Op een of andere manier ben ik er intuïtief altijd mee bezig geweest. Als kind al, denk ik met terugwerkende kracht. Medescholieren zo ver krijgen dat ze gekke Duitse woorden toch uitspreken en dan geboeid zijn door de drempel die dat oproept. Wegen vinden om dingen uit te leggen.
Die intuïtieve belangstelling is gevoed en bewust geworden door het werken met Jan de Dreu in de Pulsaracademie. Daar vielen de kwartjes: natuurlijk werkt het zo, logisch, gevoelsmatig wist ik het al en nu dan bewust. Een enerverende tijd van leren over leren.
En nu, een paar jaar na het afsluiten van de academie vind ik mijzelf terug achter de schrijftafel voor het schrijven van ‘Speel Jezelf, gids voor het ontwikkelen van je innerlijk muzikantschap’. Dat begon deze zomer in Frankrijk. Daar gaf ik een muziekworkshop van een week. In plaats van direct te gaan spelen, ‘business as usual’, een lekkere week muziek maken, stortte ik de deelnemers (en mijzelf zo kwam ik al snel achter) in het diepe door ze als allereerste de vraag te stellen: wat wil jij deze week leren? Daar kwamen wonderschone leerthema’s uit én natuurlijk de verantwoordelijkheid, voor mij en de deelnemers, om daar dan ook iets mee te doen.
En zo begon de vervlechting van de werkwijze van Jan de Dreu, kort gezegd ‘Leerling van het Leven’ met mijn eigen leraarschap in de muziekwereld. En er is me iets aan gelegen dat goed te doen. Zoals in veel onderwijsgebieden is er ook in het muziekonderwijs een bonte schakering van rijkdom en schaarste waarbij de kijkrichting vaak direct gelegd wordt naar grote voorbeelden, naar hoe het zou moeten, waarbij voorbij wordt gegaan aan de leerling. Leren wordt in onze wereld veelal gezien vanuit het instituut of de leraar. Deze heeft veel te bieden en dat wil hij of zij graag overbrengen. De leerling wordt geacht dat alles op te nemen omdat je er ‘veel aan kunt hebben’. Eenmaal toegelaten tot het instituut wordt de leerling zelf nauwelijks iets meer gevraagd. Waarom wil je leren? Wat precies wil je leren? Hoe leer jij?
Daarmee veronachtzamen we de innerlijke drijfveer die de bron en motor is van het leren van de leerling. Zijn wij, leraren, vergeten dat de leerling zelf naar ons toekwam? Met een vraag, een behoefte, een honger om te leren? Het wezen van de verhouding leraar-leerling is erin gelegen de relatie te zoeken en te onderhouden. Wat wil de leerling en hoe kan ik hem of haar daarbij helpen? Daarin kan de leraar zich actief, dus vragend, opstellen. Maar ook de leerling kan zich bewust zijn van zijn of haar eigen vermogen tot ontwikkeling. De ideale leerling is in mijn optiek niet volgend maar initiërend. Niet braaf maar als het nodig is lastig. En de leraar kan deze lastpak koesteren omdat dat het uiterste vraagt van zijn leraarstalent.
Zo kunnen beiden zich in het leerproces ontwikkelen en kan dit proces leiden tot een enorme verdieping. Ik wil met het schrijven van ‘Speel Jezelf’ iedere leerling uitnodigen zichzelf als vertrekpunt te nemen. En word daarbij vooral een lastpak als dat nodig is. Daar hebben we wat aan.
Wil je me helpen Speel Jezelf mogelijk te maken? Steun de crowdfundingscampagne op Voordekunst.nl. Je ontvangt een exemplaar van het boek als dank voor je donatie. De presentatie van Speel Jezelf is op 29 april in Teatro Munganga in Amsterdam.